Föhnwind is een warme, droge wind die vaak aan de noord- en zuidzijde van de Alpen voorkomt. Deze wind kan ervoor zorgen dat de temperatuur ontzettend stijgt, waardoor de sneeuwkwaliteit erg achteruit gaat. Een föhnwind kan uit verschillende hoeken waaien, maar de meest bekende en beruchte is de zuidföhn. Deze ontstaat meestal wanneer er vanuit het westen een lagedrukgebied naar de Middellandse Zee trekt. Vervolgens waait er een warme zuidenwind die vochtige lucht naar de Alpen voert, tegen de Alpenhoofdkam opbotst, opstijgt, afkoelt en voor veel sneeuw zorgt aan de zuidkant van de Alpen. Aan de noordkant van de berg kan de lucht dan alleen maar dalen en daardoor wordt deze droger en warmer. Deze droge lucht die voor grote temperatuurverschillen zorgt, wordt föhn genoemd. Vooral de zuidföhn kan voor erg hoge temperaturen aan de noordkant van de Alpen zorgen en het sneeuwdek snel aantasten. In dit weblog vertellen we je alles over föhnwind.
Föhn komt aan de zuidzijde maar ook aan de noordzijde van de Alpen voor. Vooral in het voorjaar kan deze wind vaak de kop opsteken. Een noordelijke föhnwind ontstaat wanneer een depressie boven Scandinavië in aanraking komt met een hogedrukgebied boven Groot-Brittannië. Aan de noordkam (bv. Graubünden, Vorarlberg, Tirol) zorgt dit voor sneeuwval, terwijl aan de zuidflank (Italië) de bewolking oplost en de temperatuur stijgt. Deze zuidzijde wordt dan de regenschaduw genoemd. De temperatuur kan in deze situatie in enkele uren zomaar ineens meer dan 10 graden stijgen, terwijl het aan de andere kant van de Alpenhoofdkam sneeuwt en koud is. Ook staat er op de hoogste flanken een stevige wind die skiën (soms) onmogelijk maakt.
Wanneer er een föhnwind aanwezig is, kan de sneeuwkwaliteit binnen een mum van tijd erg verslechteren. De temperatuur voelt aangenaam aan en je hebt door de heldere lucht een prachtig uitzicht, maar echt genieten doe je niet als de sneeuw aanvoelt als slush. Ook kunnen door de föhn sneller lawines ontstaan. Aan de andere kant van de berg kunnen door de stevige wind liften worden gesloten. Wanneer de bewolking en de wind hier weer oplost, is er echter wel een vers pak sneeuw gevallen!
In de bergen is föhn gemakkelijk waar te nemen, maar of deze ook tot het dal reikt is een stuk moeilijker te zien. Hoe kouder het in het dal is, hoe lastiger het wordt voor de föhn. Wanneer het 's morgens nog fris is in het dal, dient dat als beschermingsdeken tegen de föhn. Als de zon de frisse lucht in het dal doet opwarmen, dan breekt de föhn meestal in de namiddag ook in het dal het wolkendek open. De föhnwind kan ook flink wat koude lucht wegdrukken, wat je voelt door een warme wind die het dal binnenstroomt. Als het opklaart, de temperatuur stijgt en de windrichting verandert, dan weet je dat de föhn ook het dal heeft bereikt.
Ook is het ten tijde van föhnwind mogelijk om een föhnmuur te ontwaren. Een föhnmuur is een wolk die als een soort deken over de bergkam hangt. Het is de rand van de bewolking die aan de andere kant van de berg voor regen zorgt. Bij een zeer sterke föhn is het zelfs mogelijk dat de wind enkele regendruppels naar de droge kant van de kam brengt.
Het hangt van de topografische ligging van een skigebied af hoeveel kans op föhnwind er is. In Oostenrijk zijn het Salzburgerland, maar ook bijvoorbeeld SkiWelt Wilder Kaiser - Brixental gevoeliger voor föhn dan gebieden die dichter bij de Alpenhoofdkam liggen, zoals Gurgl en Sölden. Als er een flinke föhn aankomt gebeurt het vaak dat liften moeten sluiten. De wind kan ook zomaar 20 cm verse sneeuw laten smelten. Kortom, een warme föhnwind kan fijn aanvoelen, maar is meestal niet erg goed voor het mooie sneeuwdek.
Eigenlijk is Miranda in het verkeerde land geboren. Wintersport is niet alleen een passie voor haar, je kunt het gerust een verslaving noemen. Ze reist regelmatig af naar de Alpen en praat ons vervolgens bij via haar blogs.
